Roadtrip langs de Deutsche Fachwerkstrasse, de mooiste straat van Duitsland
Met meer dan 2,5 miljoen unieke gebouwen zijn de opmerkelijke vakwerkhuizen tot op de dag van vandaag opvallend aanwezig in tal van Duitse dorpen en steden. De historische huizen met hun houten skelet, met daartussen klei of baksteen, zijn niet alleen mooi om te zien, ze zijn ook nog eens ecologisch verantwoord. De talrijke versieringen aan de gevels getuigen van het rijke verleden van hun bewoners en zijn van onschatbare historische waarde. Benieuwd naar dit vakmanschap stapten we onlangs in de auto voor een roadtrip langs de Deutsche Fachwerkstrasse, de mooiste straat van Duitsland.
De Deutsche Fachwerkstrasse werd opgericht in 1990 en verbindt meer dan 100 dorpen en steden in Duitsland. De 3.500 kilometer lange route loopt van de rivier de Elbe tot aan het Zwarte Woud. De route doorkruist acht deelstaten (Saksen, Nedersaksen, Saksen-Anhalt, Hessen, Rijnland-Palts, Thüringen, Beieren en Baden-Württemberg) en is verdeeld in zeven regionale routes. Wij kozen voor een route langs vier sprookjesachtige steden in de Duitse deelstaten Hessen en Rijnland-Palts.
Verkenning op hoge hakken
Na een autorit van iets meer dan drie uur komen we aan in Montabaur. Hoewel het stadje zo’n 14.000 inwoners telt, voelt het centrum aan als een gezellig dorp. De straatjes zijn smal, de gebouwen historisch en de sfeer is erg gemoedelijk. We hebben dan ook niet veel tijd nodig om het opgejaagde leven van ons af te schudden en ons onder te dompelen in de gezelligheid die Montabaur uitstraalt.
Wat ons meteen opvalt zijn de typische vakwerkhuizen die het centrum van Montabaur kleur geven. Je kan de oude vakwerkhuizen het best omschrijven als een vorm van houtskeletbouw waarbij de ruimte tussen de balkstructuur oorspronkelijk opgevuld werd met een vlechtwerk van twijgen van wilg, eik of hazelaar. Dit vlechtwerk werd bestreken met stro en leem. Later werden er ook bakstenen gebruikt om de ruimte tussen de balken op te vullen. Europa kende vanaf de 12de-13de eeuw een grote bevolkingstoename en groeiende verstedelijking waardoor de vraag naar bouwmaterialen toenam. Omdat hout en leem in overvloed voorkwamen was het dan ook in veel gebieden een betaalbare manier om aan die groei tegemoet te komen. Bovendien konden de huizen relatief snel afgebroken en elders weer opgebouwd worden.
Nadat we een mapje met wandeling bij de toeristische dienst hebben opgehaald, beginnen we onze stadswandeling op het Konrad Adenauer-plein. Het huidige moderne plein was ooit een kloostertuin en doet nu vooral dienst als marktplein. Je vindt er een aantal winkels en restaurants, net als enkele standbeelden die verwijzen naar de schoenmakerstraditie.
Iets verderop ligt de Grote Markt. Met zijn historische vakwerkhuizen, neogotische oude stadhuis met opvallende rode leeuw, fontein en vele terrassen is het plein ideaal om lekker te genieten van een typisch Duits bier of lekker glas wijn. Van hieruit wandelen we verder door de Kirchstrasse met zijn talrijke vakwerkhuizen. De meeste dateren van eind 17de, begin 18de eeuw.
Via de Judengasse bereiken we een pleintje waar een deel van de oude stadsmuur nog goed zichtbaar is. Centraal staat een kleine toren die naast een verdedigingsfunctie ook dienst deed als gevangenis. Aan het einde van de straat komen we uit bij de Kleine Markt waar tijdens de middeleeuwen de dagelijkse zuivelmarkt gehouden werd.
We volgen de steile straten die leiden naar het gele kasteel van Montabaur. Het opvallende kasteel ligt op een heuvel en is van kilometers ver te zien voor wie richting Montabaur rijdt. Het bepaalt dan ook in grote mate de skyline van de stad. Op onze terugweg passeren we de Wolventoren (Wolfsturm). De 20 meter hoge toren diende jarenlang als gevangenis om mannen, vrouwen en kinderen die van hekserij werden verdacht, op te sluiten. Met deze gruwelijke gedachte in het achterhoofd wandelen we via de oude stadsmuur terug richting Kirchstrasse en Grote Markt waar we de gruwel van de middeleeuwen doorspoelen met een grote Duitse pint. Zum Wohl!
Naast de prachtige vakwerkhuizen wordt het straatbeeld van Montabaur sinds 2015 mee bepaald door een reeks grote, felgekleurde schoenen. De ‘Mon-Stilettos‘ zijn een verwijzing naar de schoenmakersgeschiedenis van Montabaur. Tot op vandaag worden de inwoners van Montabaur in de regio schoenmaker (“Schuster”) of schoenmakersleerling (“Schusterjungen”) genoemd. De Mon-Stilettos hebben een hoogte en lengte van 2 meter, wat neerkomt op schoenmaatje 302. De kleurrijke, versierde stilettos zijn dan ook ‘not made for walking’, maar wel een leuke gids om de stad te ontdekken.
Textielbaronnen en heksen
Na een ochtendlijke koopjesjacht in het outlet shoppingcenter van Montabaur is het tijd om richting Herborn te rijden. De 45 minuten durende rit leidt ons via kronkelende banen langs het weidse Duitse landschap. Onderweg passeren we heel wat kleine dorpjes die ons trachten te verleiden tot een korte tussenstop. Toch is de lokroep van meer dan 770 jaar stadsgeschiedenis net iets sterker. Nadat we ingecheckt zijn in ons hotel is het tijd om de sfeer van de stad aan de rivier Dill op te snuiven.
We beginnen onze verkenning in het toeristisch informatiekantoor in het treinstation van Herborn. Vanaf het station wandelen we via de Bahnhofstrasse naar het marktplein in het centrum van de stad. Hierbij steken we de Dill over en worden we verwelkomd door bronzen beelden van eenden op de brug. Via een wandelpad door het stadspark kan je naar de schilderachtige Dilletoren, een van de torens van de oude stadsmuur, die naast de rivier ligt. Wij wandelen rechtdoor en passeren de Leonhardtoren, de toegangspoort naar de oude stad.
Centraal in de historische binnenstad staan het Rathaus en de leeuwenfontein van Herborn. Het stadhuis werd gebouwd in 1589 en na een brand in 1626 herbouwd. Het mooie stadhuis is versierd met een omringende fries waarin de wapenschilden van de burgerlijke families van de stad te zien zijn. Het markplein was ooit een handelsplaats voor zuivelproducten, een beetje te vergelijken met onze oude botermarkten. Rondom het plein staan prachtige vakwerkhuizen die ooit toebehoorden aan de rijke koopmannen van de stad. Rechtegenover het stadhuis staan drie bronzen mannen diep verzonken in gesprek, alsof ze de huidige politieke stand van zaken in de stad bespreken. We verlaten het plein en wandelen via de Untertor naar de Hexenturm. De naam van de toren laat vermoeden dat hier menig van hekserij verdachte inwoner opgesloten werd.
Via de Holzmarkt wandelen we naar de Kornmarkt, een mooi plein waar elke vrijdag marktkramers hun verse producten verkopen. Het mooiste huis op het plein is het zogenaamde Haus Bast. Het kleurrijke huis is rijkelijk versierd met onder meer een steun in de vorm van leeuw. In de Schulhofstrasse wandelen we langs de poort van de voormalige Hohe Schule. Vandaag wordt er geen les mee gegeven maar je kan er wel alles leren over de geschiedenis van de stad. Aan de achterkant van het voormalige schoolplein staan twee mooie huizen, de Alte Färberei. Het zijn stille getuigen van de oude textielproductie en -verwerking waarvan Herborn een belangrijk centrum was. De Wassertor am Speckturm leidt ons via een statig herenhuis naar Schloss Herborn. Het kasteel waarvan reeds in 1350 sprake was, maakte oorspronkelijk deel uit van de stadsmuur. Later werd het onderdeel van de hogeschool en was het de woonplaats van de professoren. Het pad naast het kasteel brengt ons naar de evangelische stadskerk.
We verlaten de heuvel via een aantal trappen en steegjes die zich een weg banen tussen oude smalle huisjes die eruit zien alsof ze elk moment omver kunnen vallen. Wanneer we terug aankomen aan de Hauptstrasse valt ons oog op een houtsculptuur van een mannetje met gouden munten die uit zijn achterste komen. Boven de sculptuur staat de veelzeggende spreuk “Wer geld hat und ist saudumm kauft sich ein altes haus und baut’s um.” Tja, ook sommige Duitsers hebben blijkbaar een dure baksteen in de maag.
Met deze oude Duitse wijsheid in het achterhoofd besluiten we nog snel een bezoek te brengen aan de Aussichtsturm Dillblick. De 17 meter hoge toren op de Dollenberg biedt een prachtig uitzicht over de stad en omgeving. Een absolute aanrader.
Lekker eten op een van de mooiste pleinen in Duitsland
Na een zalige nacht worden we wakker gemaakt door een verliefd duivenkoppel dat naar elkaar zit te roekoeën. Terwijl de duif op twee meter afstand van ons raam haar eitjes zit uit te broeden, komt haar partner haar voederen. Het liefdevolle gebaar doet ons trek krijgen in een stevig Duits ontbijt alvorens we de rit naar Fritzlar aanvangen. Het wordt een rit van zo’n 120 kilometer langs glooiende vergezichten en kronkelende wegen in dichtbeboste wouden.
Na een klein uurtje rijden komen we aan bij keizerstad Fritzlar, een van de oudste middeleeuwse steden van Duitsland. In het hart van de stad ligt het historische marktplein met zijn unieke vakwerkhuizen en de Roland-fontein. De figuur op de fontein draagt een schild met de tweekoppige adelaar van het Heilig Rooms Rijk van de Duitse Natie. Het is een indicatie dat de markt en de rechtsmacht van Fritzlar onder de speciale bescherming van de keizer stonden. Met zijn talloze cafés en restaurants is de markt meteen ook onze eerste stop. Het is namelijk al flink over de middag en onze maag begint te knorren. Tijd dus om een gezellig tafeltje in de zon op te zoeken en te genieten van een typisch Duits gerecht. In de straten rondom het plein vind je allerlei leuke winkels en boetiekjes. Wij konden alvast niet weerstaan aan een gigantisch lekker ijsje als dessert.
Aan de achterkant van het plein staat het stadhuis. Het mooie Rathaus dateert uit de 15de eeuw en werd gebouwd in gotische stijl. Erbij ‘aanleunend’ staat het Spitzenhäuschen waar de toeristische dienst gehuisvest is.
Aan de overkant van het plein voor het stadhuis ligt de Sint-Petruskerk. Het schilderachtige Fritzlar zou in 724 door ene Bonifatius gesticht zijn. Deze missionaris bouwde er een kerkje ter ere van Sint-Petrus op de plek waar nu de imposante Domkerk staat. Voor de kerk houdt een standbeeld van Bonifatius een oogje in het zeil op al wie de kerk betreedt.
Niet alleen de grote kerk maar ook de vele historische vakwerkhuizen zijn een stille getuige van de rijke geschiedenis van het stadje dat omringd werd door een grote stadsmuur met veertig torens. Die stadsmuur zorgde ervoor dat de stad ook nu nog een besloten en historisch karakter heeft. Vandaag is er nog een stukje van de stadsomwalling en tien torens over. De meest imposante is de Graur Turm uit 1273. Met een hoogte van 38 meter is de toren een van de hoogste stadsverdedigingstorens die bewaard zijn gebleven in Duitsland. Binnenin kan je een tentoonstelling over middeleeuwse rechtspraak en de heksenjacht in Fritzlar bekijken. Via de luiken op de bovenste verdieping heb je een prachtig wijds zicht op de oude binnenstad en de omgeving. Je kan de resterende stukken van de stadsmuur verkennen tijdens een 2,5 kilometer lange wandeling.
Wandelen in een sprookje
Time flies when you’re having fun, en voor we het weten zijn we onderweg naar onze laatste bestemming: Idstein. Omdat we ervoor kiezen om deze keer wat snelheid te maken, nemen we de Duitse autobahn. En terwijl wij ons braafjes aan een modale 120 km per uur houden, razen ons tientallen glimmende bolides voorbij. Onderweg passeren we langs de wolkenkrabbers van Frankfurt am Main, een stad die al lang op onze bucketlist staat. Maar omdat we een afspraak hebben in Kloster Eberbach wordt Frankfurt ook nu niet afgevinkt.
Verscholen in het groen tussen twee heuvels in de buurt van Eltville am Rhein ligt de voormalige cisterciënzerabdij van Eberbach. De witte abdij is uitzonderlijk indrukwekkend en aan het aantal jonge bruidsparen te zien een geliefkoosde plek om trouwfoto’s te maken. Ook de binnenkant is de moeite waard. In de winter van 1985-1986 werden hier trouwens de binnenopnames van ‘The Name of the Rose‘ gemaakt. Maar daarvoor zijn wij niet naar hier gekomen. Het klooster produceert namelijk al meer dan 900 jaar excellente wijnen, en wij gaan er een aantal proeven.
Terwijl sommelier Alexander ons gepassioneerd meeneemt door 900 jaar wijncultuur laat hij ons ook de zogenaamde Hospitalkeller van het klooster zien. Waar vroeger de zieken verzorgd werden, liggen nu honderden vaten wijn in alle rust te rijpen. Terwijl we helemaal onder de indruk zijn van de mythische plek weet Alexander ons te vertellen dat hier nochtans niet de meest zeldzame en dure wijnen te vinden zijn. Deze liggen veilig en wel opgeborgen in de schatkamer van het klooster. Een plek waar bijna niemand binnen mag, ook deze gewone stervelingen dus niet. Jammer maar helaas. Om onze teleurstelling ietwat te verzachten schenkt Alexander nog een paar heerlijke wijnen uit. Na de wijndegustatie maken we nog een wandeling door het park en de bossen rond het klooster.
Na een klein uurtje rijden via kronkelende straten, met hier en daar een wijds uitzicht over bossen en kleine dorpjes, komen we aan in Idstein. Amper twee minuten nadat we ons stalen ros geparkeerd hebben, staan we in het midden van de König-Adolf-Platz in de historische Altstadt.
Aan de noordkant van het plein is er een boog die de oude stad via de Schlossgasse verbindt met het kasteel en de Heksentoren. We wandelen via de helling naar boven onder de Kanzleitor door. Deze werd in 1497 gebouwd als kanselarij van graaf Philipp von Nassau-Idstein. Het gebouw deed dienst als gevangenis, martelkamer, graanschuur en huisvesting voor bedienden. Aan de rechterkant van de toren werd in 1588 een nieuwe kanselarij gebouwd. Aan de linkerkant staan nog een aantal gebouwen van het oude kasteelcomplex die verbonden zijn met de Heksentoren. De Hexenturm is het oudste nog bestaande gebouw in Idstein, en het symbool van de stad. Het werd in afzonderlijke bouwfasen rond 1170, 1240 en 1500 gebouwd. De toren kreeg zijn huidige uiterlijk in 1810. In tegenstelling tot wat we verwachten, heeft de Heksentoren echter niets te maken met de heksenjachten die plaatsvonden in Idstein in de 17de eeuw.
De boog met de toren op de achtergrond en de leeuwenfontein op de voorgrond, in combinatie met de eeuwenoude vakwerkhuizen zorgen ervoor dat het plein er meer dan sprookjesachtig uitziet. In die mate dat we ons afvragen of Disney hier stiekem inspiratie is komen opdoen voor het dorp van Belle uit Beauty and the Beast. Gelukkig is er naast de kleurrijke wilde mannen, houten zeemeerminnen en gouden leeuwen in houtsnijwerk geen beest te bespeuren. Wat we wel zien zijn tientallen mooie vakwerkhuizen. Een van de prachtigste gebouwen is het rijkelijk versierde Killingerhaus. Het huisvest nu de toeristische dienst en het stadsmuseum. Het verhaal doet de ronde dat het gebouw oorspronkelijk in Straatsburg gebouwd werd en door de eigenaar naar Idstein verplaatst werd toen hij naar hier verhuisde.
Even opvallend is het Schiefes Haus links van het stadhuis. Hoewel het opvallend gekleurde huis een paar jaar geleden volledig werd gerenoveerd, ziet het eruit alsof het elk moment in elkaar kan zakken. Gelukkig houden het stadhuis en de poortboog van het middeleeuwse kasteel het pand overeind.
Wanneer we langs de Himmelsgasse richting Marktplatz wandelen passeren we aan de linkerkant Gasthof Zur Peif. Een prachtig vakwerkhuis met opvallende kleuren en ornamenten. Aan de overkant staat het Taunushof. Het oorspronkelijke gebouw uit 1607 werd in 1994 volledig gerestaureerd en is nu een gezellig hotel met kamers die uitkijken op de König-Adolf-Platz en het oude kasteelcomplex. Iets verderop ligt het marktplein dat ontstond rond 1700 toen de stad uitbreidde. Naast een aantal mooie vakwerkhuizen staat er een fontein in Lahn-marmer. De oorspronkelijke fontein deed dienst als waterbevoorradingspunt voor de toenemende bevolking van Idstein. Vanaf het marktplein wandelen we zo de ‘Barocke Vorstadt’ in. Hier werden de straten na de sloop van de stadsmuur planmatig en rechtlijnig aangelegd. De kleurrijke vakwerkhuizen hebben hier opvallend dezelfde hoogte en versterken het gevoel alsof je wandelt door een sprookje.
Tijdens onze roadtrip bezochten we vier van de meer dan 100 dorpen en steden die aangesloten zijn bij de Deutsche Fachwerkstrasse. Elk van deze steden zijn uniek en laten je genieten van tientallen historische gebouwen die een getuige zijn van uitzonderlijk vakmanschap. Wil je zelf op ontdekking naar een aantal van de mooiste steden in Duitsland? Op de website van de Deutsche Fachwerkstrasse vind je een overzicht van alle fachwerksteden en de verschillende routes die je langs de mooiste straat van Duitsland leiden.
Hey deugenieten, leuk reisverslag! We hadden geen idee dat er zo iets moois te zien was in Duitsland. En helemaal niet ver. Tof ideetje voor trip net over de grens..
Hey Kristien, tof dat te horen. Onze roadtrip naar de Deutsche Fachwerkstrasse was voor ons ook een heel leuke ontdekking, en met nog wel een paar tientallen dorpen en steden die er deel van uit maken denken we dat we nog wel eens teruggaan 😉 Als jullie op ontdekking gaan mag je ons altijd op de hoogte houden. Groetjes, R&Y
Leuk idee voor een reisje naar Duitsland!
Hey Stephane, het doet ons plezier dat te lezen. De Fachwerkstrasse is inderdaad een goede reden voor een tripje naar Duitsland! Groetjes, R&Y
Wat een mooie huizen. Zeker een bezoekje waard.
Ja he Beatrice, wij waren ook best onder de indruk. Absoluut de moeite waard! Groetjes, R&Y
Hey Deugenieten, leuk artikel en mooie reistip.!
Dag Saskia, bedankt voor je lieve reactie. Blij dat we je kunnen inspireren met een leuke reistip! Groetjes, R&Y
Tof idee voor een roadtrip.. Bedankt mannen!
Hey Tommy, graag gedaan. Hou ons op de hoogte als je de Deutsche Fachwerkstrasse gaat ontdekken. Groetjes, R&Y
Hoi, leuk artikel maar ik vraag me af of je geen speciaal vignet nodig hebt in Duitsland. Alvast bedankt voor de info. Tineke
Hey Tineke, bedankt voor je leuke reactie. Voor Montabaur, Herbron, Fritzlar en Idstein heb je geen Duits milieuvignet nodig. Het is wel handig om er een aan te schaffen. Zo moet je je geen zorgen maken dat je een stad zou binnenrijden en een boete krijgt omdat je geen vignet hebt. Groetjes, R&Y