De Koninklijke Serres van Laken, een feeëriek paleis van glas en staal
Van 14 april tot en met 7 mei worden naar jaarlijkse traditie de Koninklijke Serres van Laken opengesteld voor het publiek. Een uitgelezen moment voor meer dan 100.000 bezoekers om een wandeling in het Koninklijk Domein te maken en te genieten van de uitzonderlijke architectuur en plantencollectie van dit feeërieke paleis van glas en staal.
Oorsprong en geschiedenis van de Koninklijke Serres
Het kasteel van Laken, gebouwd aan het eind van de achttiende eeuw als zomerverblijf voor de landvoogden Maria Christina van Oostenrijk en Albert van Saksen-Teschen, is sinds de onafhankelijkheid van België een van de residenties van de Belgische vorsten. De eerste Koning der Belgen, Leopold I (koning van 1831 tot 1865) breidde het domein uit met verscheidene aanpalende gronden.
Leopold II (koning van 1865 tot 1909) wilde van Laken een ontmoetingscentrum maken, een soort Paleis der Natie voor congressen en plechtigheden. Hij vergrootte het kasteel, breidde het domein verder uit en liet het park opnieuw aanleggen. Hij besliste in 1868 om dit reusachtige serrecomplex te laten bouwen.
De bouw werd toevertrouwd aan architect Alphonse Balat. Tussen 1874 en 1905 werden in meerdere fasen achtereenvolgens de diverse serres, verbindingsgalerijen en bijgebouwen opgetrokken. De serres werden in art-nouveaustijl gebouwd en een eerste deel werd ingehuldigd in 1880. Na het overlijden van Balat in 1895 voerden de architecten Henri Maquet en Charles Girault de laatste uitbreidingen en verbouwingen uit.
De beste botanici, kwekers en leveranciers bouwden de bloemen- en plantencollectie in de serres uit tot een van de mooiste van het Europese vasteland. De Koning zelf bracht van zijn buitenlandse reizen geregeld nieuwe plantenrassen mee.
Palmen uit de tijd van Koning Leopold II tref je niet meer aan in de Koninklijke Serres van Laken maar wel zaailingen van die eerste bomen, dus directe nakomelingen ervan. De oranjebomen, camelia’s, palmbomen en boomvarens vormden van bij het begin de pracht van de plantencollectie van de Serres en dat is tot op heden niet veranderd.
Dertig jaar lang volgde de vorst met intense belangstelling de constructie en de beplanting van de serres, en hij spande zich in om van de glazen stad iets unieks te maken. Hij stierf op 17 december 1909 in het Palmenpaviljoen, waar hij tijdens zijn laatste levensjaren woonde. Aan het einde van zijn leven schonk Koning Leopold II een groot deel van de koninklijke onroerende bezittingen aan de staat. De overheidsinstelling die de schenking beheert, kreeg de naam Koninklijke Schenking. Ze beheert vandaag nog steeds een belangrijk deel van de Koninklijke Domeinen.
Een unieke bloemen- en plantencollectie
Na een korte wandeling over de indrukwekkende oprijlaan van het Kasteel van Laken kom je aan bij de Oranjerie. Op de esplanade voor de Oranjerie staan rijen oranjebomen, laurierbomen, rododendrons en camelia’s. Deze planten overwinteren in de Oranjerie en worden in het voorjaar in openlucht geplaatst. Boven het gebouw steken twee ‘minaretten’ uit. Het zijn de schoorstenen van de verwarmingsinstallatie van de grote serres. De Oranjerie werd in de Nederlandse periode, begin negentiende eeuw, gebouwd in opdracht van Koning Willem I der Nederlanden. Later, ten tijde van Koning Leopold II, werden er de Banketserre en de Theaterserre aan gebouwd. Toen werd ook de voorgevel van de Oranjerie gewijzigd en het monogram van de Koning op de centrale rondboog aangebracht.
Via de Oranjerie bezoek je als eerste de Theaterserre. Dit is een van de recentste serres van de Koninklijke Serres van Laken. Zij werd in 1905 gerealiseerd door architect Charles Girault en doet vandaag dienst als winterverblijf van de camelia’s. Eenmaal buiten krijg je een eerste zicht op de imposante koepel van de Wintertuin en een vleugel van het kasteel.
Hier krijg je de keuze om tussen een lang (2,5u) of kort (1,5u) parcours. Kies je voor het lange parcours dan ontdek je de wonderlijke architectuur van de serres eerst vanop een afstand tijdens een wandeling door de tuin van het Koninklijk Domein. Onderweg kom je langs tempelruïnes, de rozentuin en langs beuken en eiken van soms 250 tot 300 jaar oud.
Een paleis van glas en staal
Na de wandeling in de tuinen sluit het lange parcours aan op het korte parcours richting de Koninklijke Serres van Laken. Het bezoek aan het serrecomplex start aan het Palmenplateau met de Débarcadère, de Palmenserre, de Azaleaserre, de Geraniumgalerij, de Dianaserre en de Spiegelserre. Nadien wandel je richting de grote serres: de Perronserre of Embarcadère, de Congoserre met subtropische planten, de koepelvormige Wintertuin met onder andere palmbomen en boomvarens en de Oranjerie waarin de oranje- en laurierbomen en camelia’s (sommigen zijn meer dan 150 jaar oud!) overwinteren.
Wanneer koning Leopold II gasten ontving in de serres, wandelden de genodigden langs twee verscheidene ingangen binnen. De gasten die arriveerden per koets werden naar de tuinzijde geleid ter hoogte van de Embarcadère, waar een halfcirkelvormige esplanade circulatieruimte bood. Wie te voet of met de tram aankwam, kon de handige toegang gebruiken aan de straatzijde, ter hoogte van de Koninklijke Parklaan. Deze tweede ingang heet de Débarcadère.
De Débarcadère is de plek waar je de magische wereld van planten onder glas binnenstapt. Dit is ook het inkomportaal van het Palmenplateau, dat zich uitstrekt over dit hoger gelegen deel van het serrecomplex. Het Palmenplateau is het geheel van serres, de vele kweekserres, het waterbevoorradingssysteem en het Palmenpaviljoen.
Een met prachtige geraniums begroeid galerijtje geeft toegang tot die Débarcadère, en tot de stemmige Loggia die opent op de Palmenserre, waar de subtropische plantengroei onmiddellijk de bijzondere sfeer weergeeft die heerst in dit feeërieke paleis van glas en staal.
De Palmenserre is een rechthoekig gebouw met in het midden een hoge ovale dwarsbeuk. De ijzeren constructie-elementen zijn met art-nouveaubloemmotieven versierd. Aan weerszijden van de betegelde weg groeit een zeer gevarieerde verzameling subtropische planten. Aan de ene kant vertrekt een galerij naar de IJzeren Kerk, langs de andere kant brengt een trap je richting Azaleaserre.
De plantencollectie van de Koninklijke Serres heeft een uitzonderlijke waarde gezien de vele uiterst zeldzame en precieuze planten. Voor de tuiniers is het elk jaar een uitdaging om de ideale omstandigheden te creëren en alle planten op het juiste moment te laten bloeien, tijdens de openstelling voor het publiek.
De Azaleaserre, een kweekserre voor azalea’s, werd opgetrokken in 1885. Elk jaar wordt het interieur door de tuiniers tot een decoratief schouwspel omgetoverd. Te midden van de bloemen staat een borstbeeld van Louis Paras, die van 1921 tot 1939 hoofdtuinier was van de Koninklijke Serres van Laken. Koningin Elisabeth boetseerde het portret in haar atelier.
Via de Azaleaserre bereik je de 200 lange Grote Galerij. Deze bestaat uit twee delen. Het eerste gedeelte, de Geraniumgalerij, met diverse soorten geraniums, fuchsiaklokjes, de bloemen van de heliotroop en de lampionnetjes van de abutilon, loopt bovengronds tot de Spiegelserre. Halverwege bevindt zich de Dianaserre met onder meer bloeiende planten, palmen en een dombeya.
Tijdens je bezoek aan de Koninklijke Serres kan je de Abutilon Mega Potamium ontdekken. De plant bevat de drie kleuren van de Belgische vlag en is de lievelingsplant van koningin Mathilde.
Vervolgens bereik je het tweede deel van de Grote Galerij. De plant die het meest opvalt in de Spiegelserre is de indrukwekkende koningsvaren in het midden. In een hoek van de trap groeit een kaneelboom. De muren van de galerij zijn begroeid met zeer kort gesnoeide Ficus pumila en eikvarens. Daartussen hangt een verzameling hertshoornvarens. Via deze weg kom je in de Embarcadère.
De Embarcadère of Perronserre dateert uit de jaren 1886-1888. Zij werd gebouwd in dezelfde periode als de aangrenzende Congoserre. Bij ontvangsten kwamen de genodigden van de Koning hier het serrecomplex binnen. De constructie omvat twee parallel gelegen, langwerpige compartimenten. Een kopie van de David van Donatello siert het gedeelte dat op het kasteelpark uitgeeft. Aan de uiteinden van het binnenste compartiment staan twee beelden: de Dageraad en de Avond van Charles van der Stappen. De bomen naast de doorgang en in de zijvleugels zijn kaneelbomen. In de vazen die Koning Leopold II meebracht uit het Verre Oosten staan Medinilla’s.
De Congoserre (1886-1888) werd gebouwd op basis van de plannen van architect Alphonse Balat. Het is een vierkante ruimte die bekroond wordt door een achthoekige koepel met daarrond vier kleine vierkante koepels. Deze serre werd grondig gerenoveerd tussen 2016 en 2019 omdat de structuur was aangetast door roestvorming veroorzaakt door condensatie.
Oorspronkelijk wilde de Koning hier flora uit het Congobekken onderbrengen. Maar de tropische bomen en planten kregen in de winter te weinig licht en warmte, en ruimden daarom plaats voor een subtropische vegetatie. Daaronder zijn verschillende palmenvariëteiten (Australische, Chinese en Californische), boomvarens, dracaena’s, rubberplanten en varens.
De bodem is bedekt met groene en gele mosvarens. Het middenpad van de serre loopt als een centrale as recht door het Bijgebouw der Palmen naar de Wintertuin.
De Wintertuin of ‘Grote Rotonde’, de eerste serre van de glazen stad, werd tussen 1874 en 1876 opgetrokken naar de plannen van architect Alphonse Balat. Ze bestaat uit een centrale rotonde en een perifere galerij. Het jaartal 1876 prijkt in de centrale mozaïek met het monogram van Koning Leopold II.
De glazen koepel wordt gevormd door een enorm metalen gebinte van zesendertig spantbenen. De heel mooie ijzeren constructie steunt aan de binnenkant van de rotonde op een architraaf, die wordt gedragen door cirkelvormig geplaatste zuilen met Dorisch kapiteel. Aan de buitenzijde wordt zij door luchtbogen gedragen. Op de lantaarn van de koepel staat een koningskroon.
De ruimte was van bij het begin bestemd voor koninklijke recepties en haar afmetingen lieten een weelderige subtropische vegetatie toe. Er groeien meerdere soorten palmbomen, bananenbomen, kaneelbomen, paradijsvogelbloem, en een indrukwekkende en heel uitzonderlijke Oreopanax dactylifolius. Aan de voet van deze bomen uit alle hoeken van de wereld groeien verschillende soorten varens.
De wanden van de serre en van de naburige serres bestaan uit kunstmatige rotsen in rocaillage, en planten groeien in de rotsopeningen die daarin zijn voorzien.
Eenmaal terug in de Oranjerie kan je allerlei leuke souvenirs, gaande van postkaarten van de leden van de koninklijke familie, boeken over de koninklijke serres tot bloembollen om je eigen tuin van de nodige koninklijke flair te voorzien, kopen. En dat allemaal tegen uiterst democratische prijzen. In de gezellige pop-up bar kan je genieten van een typisch Belgische éclair, pralines, of een taartje en een koffie. Een heerlijke afsluiter van een memorabel bezoek aan de unieke Koninklijke Serres van Laken.
Praktische info
- De Koninklijke Serres zijn open van vrijdag 14 april tot en met zondag 7 mei. Ingang en uitgang langs de erehekken van het Kasteel te Laken, Koninklijke Parklaan, 1020 Brussel.
- Op vrijdag-, zaterdag- en zondagavonden (én op maandag 1 mei) zijn de serres ook ’s avonds te bezichtigen. Tijdens de nocturnes is het lange parcours door de tuinen niet toegankelijk. Op donderdag 27 april is er een aangepast parcours en begeleiding voor personen met een beperkte mobiliteit. Die dag is enkel het aangepaste parcours toegankelijk, ook voor bezoekers die geen beperkte mobiliteit hebben.
- Een ticket kost 5 euro en moet op voorhand aangekocht worden via www.koninklijke-serres-royales.be. Kinderen onder de 12 jaar mogen gratis binnen, maar ook de reservatie van hun bezoek op voorhand is verplicht. Ter plaatse kan je kiezen tussen een lang (2,5u) of kort (1,5u) parcours.
- Op de website vind je ook alle info i.v.m. bereikbaarheid via openbaar vervoer. Voor wie met de wagen naar Laken komt is er een parking met een beperkt aantal plaatsen (parking Dynastie) ingericht tegenover de ingang van het Koninklijk Domein. Je vindt er ook een onbewaakte fietsenstalling.