Eerste Zeeuwse oesters van het nieuwe seizoen opgevist in de Oosterschelde
Op 22 september startte het nieuwe oesterseizoen en werden de eerste Zeeuwse oesters opgevist in de Oosterschelde. Tijdens dit feestelijk moment werd Het Oesterboek gepresenteerd, het eerste standaardwerk over de zilte delicatesse.
De belangstelling voor de oester zit al enkele jaren in de lift. Naast toprestaurants serveren ook steeds meer andere horecabedrijven de zilte delicatesse. Zelfs op drukbezochte foodfestivals heeft de oester inmiddels een vaste plek veroverd. Het was dan ook onder grote belangstelling dat de eerste Zeeuwse oesters van het nieuwe seizoen opgevist werden in de Oosterschelde.
Platte oesters en tafeloesters
In Nederland gebeurt de kweek van platte oesters en creuses (ook wel Japanse oesters genoemd) in de Zeeuwse Oosterschelde en het Grevelingenmeer. Oesterkweker Adri Sinke van de YE 147 viste vandaag onder grote belangstelling de eerste oesters op. Collega Hans Nelis lichtte het kweekproces toe: “Wij oogsten nu de eerste oesters van het nieuwe seizoen. De platte oesters hebben er vijf jaar over gedaan om consumptierijp te worden. De creuses hebben minder tijd nodig. Dat kweekproces duurt zo’n 2 tot 3 jaar. Creuses vissen en verzaaien we een aantal keer om tot een goede vorm en kwaliteit te komen”
Een deel van de oesters, meer bepaald de creuses, wordt tegenwoordig van de bodem af gekweekt. Deze ‘tafeloesters’ zijn na 2 tot 3 jaar geschikt voor consumptie. Eén van die oestertafels in de Oosterschelde werd vandaag gelicht. “De tafeloesters zijn beter beschermd tegen natuurlijke vijanden, maar het kweekproces, met vaak schudden en draaien voor een optimaal resultaat, is erg arbeidsintensief”, legt oesterkweker Jesse Nelis uit. Voor Nederland is dit een relatief nieuw kweekproces. In het buitenland is het systeem veel meer gangbaar.
Uitdagingen voor oestersector
“Eigenlijk is het uniek dat de platte oesterkweek in Zeeland nog bestaat”, zei voorzitter Kees van Beveren van de Nederlandse Oestervereniging. “In veel andere Europese landen is die de laatste jaren verdwenen. Dat wij naar Frans voorbeeld in de Oosterschelde de laatste jaren oesters kweken op tafels in de waterkolom, en dat wij oesterbroed winnen in hatcheries, getuigt van onze innovatiekracht.”
De oesterkweek staat dan ook voor forse uitdagingen. “In samenspraak met overheden en natuurorganisaties moeten wij tot goede afspraken komen om ons kweekareaal in de Grevelingen en Oosterschelde voor de toekomst veilig te stellen.” Van Beveren noemde daarnaast de situatie op het Grevelingenmeer zorgwekkend. “Al drie jaar wil hier geen oesterbroed vallen. Voor kwekers die van deze gebieden afhankelijk zijn, is het onhoudbaar om jaren geen inkomsten te hebben, maar wel hoge kosten voor onder meer huur.”
Eerste standaardwerk over oesters
Ter gelegenheid van de start van het Zeeuwse oesterseizoen werd ook Het Oesterboek voorgesteld. Auteurs Aad Smaal, Gees van Hemert en Margot Verhaagen schreven samen het eerste volledige standaardwerk over de oester: van een blik op de geschiedenis, interviews met oesterkwekers, uitleg over de productietechnieken tot recepten van tal van topchefs zoals Syrco Bakker, Thijs Meliefste en Wouter Kik. Voor chef Syrco van tweesterrenrestaurant Pure C zijn oesters “een afspiegeling van de zee in de puurste vorm”. Hij wist de aanwezigen alvast te verrassen met twee smakelijke oesterbereidingen. Voor wie thuis een portie heerlijke oesters op tafel wil zetten, had hij alvast deze tip: “Serveer oesters met een vinaigrette, sjalot, groene appel en zeekraal.” Alvast smakelijk!