Eerste Zeeuwse oesters van nieuwe oogst opgevist in Oosterschelde
Vandaag is in Yerseke het nieuwe seizoen van de Zeeuwse oester officieel afgetrapt. Liefhebbers kunnen vanaf nu weer volop genieten van de exclusieve Zeeuwse platte oester en de meer gangbare creuse.
Vandaag werden aan boord van de YE 84 de eerste Zeeuwse oesters van het nieuwe seizoen opgevist in de Oosterschelde in Yerseke. Hiermee is meteen het nieuwe seizoen van de Zeeuwse oester officieel afgetrapt.
Nederland telt precies 29 oesterkwekers. Hun productiegebieden liggen allemaal in Zeeland, in de Oosterschelde en het Grevelingenmeer. Samen produceren de oesterkwekers meer dan 20 miljoen oesters waarvan er twee derde naar België uitgevoerd wordt.
Er worden twee soorten Zeeuwse oesters gekweekt. Er zijn de platte Zeeuwse oesters en de holle, ook wel creuses genaamd. Jaarlijks worden er zo’n 15 tot 20 miljoen stuks geproduceerd. De productie van exclusieve platte oesters ligt met 1,5 tot 2 miljoen stuks een stuk lager. Niet verwonderlijk als je weet dat het minstens 2,5 jaar duurt voordat de oester volgroeit is en geschikt is voor consumptie. De Zeeuwse platte oester heeft zelfs 5 jaar nodig om dit te bereiken.
Foto: Kees van Beveren, voorzitter van de Nederlandse Oester Vereniging, toont trots de eerste Zeeuwse oesters van het nieuwe seizoen.
Schelpdierenbroedhuis
Een oester produceert wel 50 miljoen eitjes. Toch groeit in de wilde natuur slechts 0,01% uit tot een volwassen oester. Daarom wordt er in het schelpdierenbroedhuis (hatchery) van Roem in Yerseke onderzoek gedaan naar bij welke watertemperaturen de oesters het beste gedijen, of ziektes uitgebannen kunnen worden en of er nieuwe oesterfamilies kunnen ontstaan.
Het begint er allemaal met de ouderparen; de mannetjes en de vrouwtjes in de hatchery verblijven in wat je een ‘welnessresort’ met ideale temperaturen en een optimaal dieet zou kunnen noemen. Door het aangenaam verblijf planten de oesters zich voort. De oesterlarfjes verblijven er in speciaal ontwikkelde flessen waar een continue stroom van vers zeewater doorstroomt en ze krijgen levende micro-algen van hoogwaardige kwaliteit als voeding. Zo ontwikkelen ze zich optimaal tot babyoesters en later tot volwassen oesters.
Nienke Bakker van het schelpdierenbroedhuis: “Het heeft jaren gekost, maar we boeken nu goede resultaten in het opgroeien van larfjes tot baby-oesters of broedjes.” Verschillende factoren, van de juiste voeding van verschillende levende algen over de opwaartse stroming in de bassins spelen een belangrijke rol voor een goede groei en vorm van de oester.
Zomeroesters
In het broedhuis, het enige in Nederland trouwens, worden ook technieken toegepast om broedjes van creuses te ontwikkelen die zichzelf niet voortplanten. De oesters kunnen zo alle energie in de groei steken en niet in de voortplanting. De gewone oester ‘melkt’ in de zomer om zich voort te planten, een zomeroester doet dat niet. Sinds dit jaar worden er zomeroesters gekweekt met broed van Nederlandse oester.
Oesterkweek op bodem en op tafels
Naast de traditionele bodemkweek experimenteren de Zeeuwse oesterkwekers met de kweek van creuses en platte oesters in hangende mandjes en op tafels (off-bottom methode). Zo wordt het hoofd geboden aan de oesterboorder, een roofslak die op de bodem leeft en een natuurlijke vijand is van de oester. Het is nog zoeken naar de meest geschikte locaties, maar op verschillende plaatsen worden al goede resultaten gehaald.
Smaakbom met finesse
Topchefs werken graag met Zeeuwse oesters, dat bewijzen ook Thijs Meliefste van Meliefste in het Zeeuwse Wolphaartsdijk (*Michelin) en Laurent Law, chef van Amuzee in Zeebrugge. Voor Thijs Meliefste is de oester een mooi, gastronomisch product, een smaakbom met veel finesse. “Van toen ik met restaurant Meliefste begon, staat het gerecht met gepocheerde oester in beurre blanc met prei op de kaart. De scherpte van de prei gaat goed samen met de oester en het zuur van de beurre blanc snijdt door de oester heen.”
Chef Laurent Law serveerde de genodigden in Yerseke vanmiddag de Zeeuwse oester met een ijspastille van selder en groene appel, en ziltige kruiden.
Het oesterseizoen duurt in totaal acht maanden, meer bepaald van september tot april, of de maanden met een ‘r’ in.